Home Blog Pagina 7

Ik zal voor je zorgen

Ik zal voor je zorgen,
en zal er voor je zijn.

Ik zie dat je bang bent,
en ik zie je pijn.

Maar ik voel ook je liefde,
en ik zie je lach.

Dus ik zal voor je zorgen,
tot de laatste dag.

© Tommie Niessen

tommieniessen.nl

Ik stop ermee

Beste mensen,

Allereerst wil ik jullie bedanken voor alles. Het is geweldig om te zien hoe jullie mij het afgelopen jaar hebben gesteund bij de dingen die ik doe. De reacties op mijn stukjes zijn super mooi en positief, de berichten die ik krijg doen mij goed en deze motiveren mij om door te gaan. Jullie zijn allemaal zo betrokken bij het boek dat ik heb uitgebracht en ik ben daar ontzettend dankbaar voor.

Maar het is niet altijd even gemakkelijk. Vandaar dat ik deze keuze maak.

Naast alle positieve reacties worden er ook negatieve dingen gezegd. Mensen vinden mij naïef omdat ik de zorg positief onder de aandacht wil brengen. Volgens hen is de situatie in de zorg niet positief en zij leggen de nadruk daarop. Ze zeggen dat ik niet realistisch ben en dingen mooier verwoord dan ze daadwerkelijk zijn.

Wanneer ik mijn mening geef in de vorm van een brief is het ook niet goed. Dan wordt er gezegd dat ik met mijn vinger wijs en dat ik zelf niets doe om de situatie in de zorg te veranderen. Dit soort negatieve reacties zijn lastig. Soms maken deze mij onzeker en dat wil ik niet. Daarom besluit ik om te stoppen.

Maar ik bedoel niet dat ik ga stoppen met schrijven of met video’s maken. Nee. Ik ga stoppen met mezelf druk maken om deze negatieve reacties. Mensen hebben altijd wel een mening en die mogen ze ook hebben. Sterker nog, ze motiveren mij om door te gaan. Want ik voel dat het goed is wat ik doe. Ik vind dat de zorg meer positieve aandacht verdient en ik ga hier mee door. Net zolang totdat ik vind dat ik klaar ben. En dat kan nog heel lang duren!

Dus bij deze beloof ik jullie dat ik nog heel veel ga doen. Want jullie motiveren mij enorm. Telkens als ik mezelf moe voel en ik de reacties lees dan krijg ik weer energie. Wanneer iemand iets negatiefs zegt dan komt dat best hard binnen, daar ben ik eerlijk over. Maar als ik daarna kijk naar de positieve reacties dan vervaagt dat gevoel als sneeuw voor de zon.

Ik ben echt dankbaar dat jullie mij volgen lieve mensen, jullie zijn geweldig.

En ik stop dus zeker niet. Want er valt nog genoeg te behalen!

Groetjes,

Tommie

 

Tommie @ instagram

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Tommie Niessen (@tommieindezorg) op

Emotie

‘Hey meneer, hoe is het met u?’ vraag ik voorzichtig. Meneer begint te huilen, hij verzet zich tegen zijn tranen maar het lukt hem niet om deze in te houden.

‘Godverdomme!’ zegt hij, snikkend en met zijn handen voor zijn ogen. Ik ga naast hem zitten op de bedrand. Ik weet niet wat ik moet zeggen, misschien moet ik ook niets zeggen. Het is goed zo, deze emoties mogen er zijn.

We zitten samen op de bedrand in zijn half ingerichte appartement. Het snikken van meneer is naast het tikken van de klok het enige geluid dat ik kan horen.

Meneer is 80, zijn vrouw is vorige maand plotseling overleden. Gisteren is hij hier komen wonen omdat het thuis niet meer ging. Hij zorgde niet voor zichzelf en zou vereenzamen als hij daar was gebleven. Gelukkig ziet meneer dit zelf ook in. De enige persoon die voor meneer zorgt is zijn neef, hij is ook degene die de zorg heeft ingeschakeld.

Alleen.

Nu is hij hier, in deze vreemde omgeving, zonder zijn geliefde en vol emoties. Wat moet dit onvoorstelbaar moeilijk zijn voor deze man. Dat is de enige gedachte die steeds door mijn hoofd gaat.

‘Ik ben uit gejankt hoor jongen.’ Zegt meneer, terwijl hij mij aankijkt. Zijn ogen zijn nog waterig maar ik zie een klein beetje opluchting in zijn gezicht.

‘Hebt u honger? ’ vraag ik. Meneer haalt zijn schouders op.
‘U kunt wel wat eten gebruiken denk ik.’
‘Daar heb je gelijk in jongen..’ antwoordt hij. Ik loop naar de keuken en maak een boterham met vlokken. Dit is het enige dat in de keukenkast staat. Ik ga er maar vanuit dat hij daar van houdt.

‘Wil je een kop koffie jongen?’ vraagt meneer. Ik heb eigenlijk geen tijd. Ik ben hier al veel langer dan gepland, maar ja. Meneer heeft dit nodig, ik kan nu niet gaan.
‘Ja zeker meneer!’ Roep ik vanuit de keuken.
‘Fijn jongen, dat vind ik fijn, echt waar.’

Nu zitten we samen aan tafel. Meneer neemt zo nu en dan een hapje van zijn boterham met vlokken.
‘Lekker, goede keuze jongen!’ zegt meneer. Ik weet wat hij bedoelt, er was niets anders. We schieten allebei in de lach. Ik had niet verwacht dat deze man nog zou lachen vandaag.

Emotie.

‘Echte mannen huilen toch niet jongen? Sorry van daarnet.’ Ik zie aan meneer dat hij het nog steeds gênant vindt.
‘U hoeft geen sorry te zeggen. Wat u allemaal heeft meegemaakt is ontzettend zwaar en dan mag u best huilen. Emoties tonen is alleen maar goed. Ik huil ook weleens, en dan om minder zware dingen.’ antwoord ik. Meneer knikt met zijn hoofd en heeft een glimlach op zijn gezicht.

Het is nu wel echt tijd om te gaan, denk ik bij mezelf. Nu voelt het goed. Ik drink mijn koffie op en maak mij klaar om te vertrekken.

‘Tot ziens meneer, bedankt voor de koffie. Ik zie u binnenkort weer.’
‘Bedankt he jongen, fijn dat je tijd voor mij had.’ Zegt meneer terwijl ik mijn jas aantrek. Ik geef hem een hand en ga weer verder.

Ik loop flink achter met mijn werk. Maar ja, dat doet er niet toe. Meneer voelt zich net iets beter dan in het begin, dat is het belangrijkste. Ik kan nu gaan met een goed gevoel. Het is goed zo.

Tommie Niessen
Verpleegkundige & Schrijver/blogger

Tijd

‘Sorry jongen, dat ik je ophoud. Jij moet weer verder natuurlijk. Toch bedankt. Jullie zijn de meeste dagen het enige bezoek dat ik krijg. Ik wil graag mijn verhaal kwijt, dat begrijp je wel toch?’ zegt meneer terwijl hij mij verontschuldigend aankijkt.

Wanneer meneer ingepland staat in mijn route, staat er tien minuten voor de zorg (het uittrekken van de steunkousen en druppelen van beide ogen). Als ik alleen kijk naar deze twee handelingen, dan haal ik dat gemakkelijk.

Maar meneer maakt graag een praatje. Ik vind zijn verhalen oprecht interessant. Hij heeft ontzettend veel gereisd en meegemaakt in zijn leven. De wijsheid van meneer zou niet binnen de vier muren van zijn kamer moeten blijven.

Helaas heeft meneer weinig opties. Hij is slecht ter been en lijdt aan hartfalen. Zijn kinderen wonen ver weg en hij heeft niet veel sociale contacten.

Tijd.

Die tien minuten haal ik nooit. Het zou wel kunnen, maar moet ik dan de handelingen uitvoeren en weer gaan? Nee, daar kies ik niet voor. In dit geval blijf ik gewoon langer, desnoods begin ik eerder met mijn route.

Aan de oogdruppels en steunkousen hebben meneer en ik geen van beiden genoeg.

‘U hoeft zich niet te verontschuldigen meneer, ik heb geen haast. Wat is het mooiste land waar u bent geweest?’ Vraag ik terwijl ik weer ga zitten. Meneer kijkt mij aan met een dankbare blik en begint enthousiast te vertellen.

Tommie Niessen
Verpleegkundige & Schrijver/blogger

Praatjesmaker

‘Goedemorgen mevrouw.’ zeg ik bij binnenkomst. ‘Nou, laat dat goede maar weg jongen…’ antwoordt ze. Mevrouw zit aangekleed aan tafel en kijkt wat somber voor zich uit. Ik hang mijn jas op en ga naast haar aan de tafel zitten.

‘Wat is er dan? Als ik vragen mag.’ ‘Ik weet het niet jongen, ik heb gewoon nergens zin in vandaag.’ antwoordt mevrouw terwijl ze mij wat gelaten aankijkt. ‘Kan ik iets voor u doen? Vandaag gaat u douchen toch?’ vraag ik voorzichtig. ‘Nee. Helemaal niks jongen. Sorry dat ik je tijd verpruts…’ antwoordt mevrouw. Ik zie aan haar dat ze het vervelend vindt. Niet voor haarzelf, maar voor mij.

‘U hoeft zich echt niet verontschuldigen. Als u dat niet wil dan doen we dat niet.’ zeg ik. ‘Dankjewel jongen. Wil je misschien een kop koffie?’ vraagt mevrouw. ‘Ja lekker, dat lust ik wel!’ antwoord ik. Mevrouw kijkt mij vriendelijk aan en loopt naar de keuken.

Luisteren

We drinken samen een kop koffie. Mevrouw vertelt waar ze mee zit. Ze praat openhartig over haar problemen. Ik zie dat ze dit fijn vindt. Gewoon haar verhaal vertellen doet haar goed. Dan maar niet douchen, denk ik bij mezelf. Dit is nu veel belangrijker.

‘Ga je dit nu allemaal in de map zetten?’ vraagt mevrouw terwijl ik iets aan het opschrijven ben. ‘Nee mevrouw, natuurlijk niet. Alleen dat u vandaag niet gedoucht heeft. Oké?’ ‘Dat is prima jongen. Krijg jij dan wel betaald?’ vraagt ze. ‘Nee, dat niet…’ antwoord ik met een lach.

Mevrouw kijkt mij serieus aan en ze is even stil. Vervolgens schiet mevrouw in de lach. ‘Snotneus!’ zegt ze. ‘En bedankt hé!’ antwoord ik. We kunnen er samen om lachen. Mooi, denk ik bij mezelf. Ze was somber en nu zie ik een lach op haar gezicht.

Bedankt

Het is nu wel tijd om te gaan, denk ik bij mezelf. ‘Tot de volgende keer mevrouw.’ zeg ik en ik geef haar een hand. ‘Bedankt he jongen.’ zegt mevrouw met een tevreden blik in haar ogen. Ik loop naar mijn fiets en ik ga verder met mijn werk.

Een paar dagen later krijg ik te horen dat ik beter mijn best moet doen. Ik moet niet zomaar accepteren dat mensen niet willen douchen. ‘Wij zijn er niet alleen om praatjes te maken. Daar is de dagbesteding voor.’ krijg ik naar mijn hoofd geslingerd.

Ik schrik een beetje van deze reactie. ‘De volgende keer zal ik het proberen.’ antwoord ik. Verder wordt er niets gezicht. Ik weet ook niet wat ik moet zeggen en voel mij wat onzeker.

Praatjesmaker.

Wanneer ik thuis ben moet ik er telkens aan denken. De ‘feedback’ die ik kreeg raakte mij. Ik ben nog bezig met de opleiding en ik weet dat ik veel moet leren. Maar dit voelt niet goed.

Ik ga niet mijn best doen om iemand over te halen. Dat voelt voor mij als dwingen. Zeker niet wanneer ik voel dat een praatje maken belangrijker is dan douchen. De volgende keer doe ik precies hetzelfde. Dan ben ik maar een praatjesmaker.

Tommie Niessen
Verpleegkundige & Schrijver/blogger

Vrijheid

‘Kun jij de deur open maken jongen?’ vraagt mevrouw als ik door de huiskamer loop. Ik ga naar mevrouw maar ik weet niet direct een antwoord te geven. Want de deur mag niet zomaar open. Althans, niet voor mevrouw…

‘Moet u ergens heen?’ vraag ik aan haar. ‘Ja, ik moet naar huis jongen, mijn kinderen wachten.’ antwoordt ze met een serieuze blik in haar ogen. Ik weet alweer niet goed wat ik moet zeggen…

Mevrouw is 83, haar kinderen zijn volwassen en wonen al lang niet meer thuis. Mevrouw woont ook niet meer thuis. Ze woont hier op de afdeling omdat ze lijdt aan dementie.

Leerling

Ik ben leerling en dit is mijn tweede stage. Voor mij is dit de eerste keer dat ik op een gesloten afdeling werk. Ik merk dat ik er moeite mee heb. De mensen hier zijn hun vrijheid kwijt, dat raakt mij. Het is niet anders, dat weet ik ook. Misschien moet ik er nog aan wennen…

‘Zal ik even met u meegaan? Ik moet nog naar de winkel…’ antwoord ik. ‘Echt? Dat zou fijn zijn jongen.’ zegt mevrouw met een dankbare blik. Nu voel ik mij schuldig, voor mijn gevoel lieg ik tegen mevrouw. De waarheid zeggen is ook geen optie, dan wordt mevrouw boos of onrustig.

‘Kom, dan pakken we uw jas, het is buiten best wel fris.’ zeg ik tegen mevrouw. ‘Dat is goed, anders worden we nog ziek!’ zegt ze. We lopen samen naar haar kamer. Onderweg wijs ik naar een schilderij dat aan de muur hangt.

‘Kijk! Schildert u ook zo mooi mevrouw?’ vraag ik terwijl we samen het schilderij bekijken. ‘Nee jongen, was dat maar! Maar ik heb wel veel geschilderd hoor!’ antwoordt ze. Ik zie dat ze begint te glunderen.

Mevrouw heeft vroeger veel geschilderd, ze was er ontzettend goed in. Helaas kan ze dat nu niet meer. Zo nu en dan wat kleuren doet ze nog wel met veel plezier.

Vrijheid. 

We kijken nog even naar het schilderij en lopen richting haar kamer. ‘Wat gaan we eigenlijk doen?’ vraagt mevrouw wanneer we er bijna zijn. ‘Kijken naar foto’s van uw kinderen toch?’ zeg ik op een vragende manier. Het is even stil, ik zie mevrouw denken.

‘Och ja! Ik heb een hoop foto’s jongen, kom maar mee!’ zegt ze met een lach. Ik lach terug naar mevrouw, maar van binnen kan ik niet lachen. Mevrouw is haar vrijheid kwijt en dat raakt mij.

We kijken samen naar de foto’s en mevrouw vertelt enthousiast over vroeger. Wat mooi, denk ik bij mezelf. Mevrouw is op haar gemak en dat doet mij goed.

Tommie Niessen
Verpleegkundige & Schrijver/blogger

Openheid

Vandaag loopt mijn begeleider met mij mee. Ik werk sinds een half jaar als leerling binnen een verzorgingshuis. Dit is mijn eerste stage, mijn begeleider wil weten hoe het gaat. Ik voel mij een beetje bekeken als iemand meeloopt. Maar ik begrijp dat dit erbij hoort.

Oprechte interesse

‘Hoe is het met u?’ Vraag ik aan mevrouw. ‘Prima jongen en met jou? Hoe is het met je verkering?’ Vraagt ze. Mevrouw kijkt mij aan. Ze is oprecht geïnteresseerd. Vorige week vertelde ik haar dat het over is tussen mij en mijn vriendin. Ik vind het bijzonder dat ze hier naar vraagt. Wat lief, denk ik bij mezelf.

‘Het is nog steeds over mevrouw, maar het is goed zo…’ Antwoord ik. ‘Ach jongen, wat vervelend. Soms gaan dingen niet zoals je van tevoren dacht he…’ Ik knik met mijn hoofd en bedank mevrouw dat ze er naar vraagt.

Ik kom nu een half jaar bij deze mevrouw en kan goed met haar praten. Soms vertel ik dingen over mijzelf omdat ze er naar vraagt. Ik vind het niet erg, mevrouw is oprecht geïnteresseerd en ik vind het belangrijk om open te zijn. Mevrouw vertelt ook veel over haar leven. Waarom zou ik dat niet doen over dat van mij? Ik merk dat dit een band schept en ik heb er geen last van. Integendeel, dit maakt mijn werk juist mooi.

Openheid.

‘Je moet niet zo persoonlijk zijn. Dat met je vriendin bijvoorbeeld…’ Zegt mijn begeleider aan het einde van de dag. ‘Mag dat niet dan?’ Vraag ik. ‘Het is niet professioneel Tommie. Jij bent de zorgverlener…’ Ik ben even stil. Misschien heeft ze gelijk…

‘Oké, ik zal er op letten.’ Antwoord ik. Ik ga er niet tegenin, dit is de mening van mijn begeleider. Momenteel ben ik een leerling en ben daardoor kwetsbaar. Ik heb geen zin in een slechte beoordeling. Voor mijn gevoel doe ik niets verkeerd. Ik vind het juist menselijk om open te zijn. Ik merk ook dat veel mensen dit op prijs stellen. Het is wederzijds, dat is toch mooi? Ik ben ook maar een mens…

Nu, zes jaar later, doe ik nog steeds hetzelfde. Ik vind het belangrijk om iets van mijzelf te laten zien. Ik wil niet dat de mensen zich “de patiënt” voelen. En ik wil niet “de zorgverlener” zijn, ik ben gewoon Tommie. Gelijkwaardig menselijk contact maakt mijn werk juist mooi.

Tommie Niessen
Verpleegkundige & Schrijver/blogger

Niemand

‘Heeft u pijn tijdens het plassen?’ Vraag ik aan mevrouw. ‘Ja jongen, al twee dagen en er komt steeds maar een beetje…‘ Antwoordt ze. ‘Misschien moeten we uw urine laten controleren, zal ik de dokter bellen?’ Ze knikt met haar hoofd. ‘Misschien wel jongen…’ Mompelt ze. Mevrouw is niet fit, dat is duidelijk. Ik bel de huisartsenpraktijk en vertel wat er is. De assistente geeft aan dat we de urine mogen inleveren. ‘Kunt u misschien iemand vragen om dit te doen?’ Mevrouw is even stil, ik zie haar denken.

Niemand

‘Ik heb niemand jongen.’ Antwoordt mevrouw terwijl ze haar schouders ophaalt. Ik weet dat ze weinig sociale contacten heeft. Of beter gezegd; mevrouw heeft één mantelzorger en die is op vakantie. Ze heeft geen kinderen en haar man is al jaren geleden gestorven. Ik weet genoeg. Als die urine weggebracht moet worden ben ik degene die het moet doen. Het is niet mijn taak, dat weet ik. Maar ja, voor mijn gevoel heb ik geen andere keuze.

‘Oké mevrouw, ik regel het voor u.’ Mevrouw kijkt mij aan, ze zegt niets maar ik kan zien dat ze het op prijs stelt. Ik ga naar de huisartsenpraktijk, haal een potje op en ga weer terug naar mevrouw. Gelukkig, het lukt haar om te plassen. Ik rapporteer wat ik heb gedaan en ik breng het volle potje naar de praktijk. Vervolgens ga ik weer verder met mijn werk.

De dag erna kom ik weer bij mevrouw, ze heeft een kuur gekregen. De apotheek heeft deze gebracht. Mevrouw regelt zelf haar medicatie, dit gaat prima. Geestelijk is mevrouw in orde maar lichamelijk is ze erg beperkt. ‘Nog bedankt he jongen.’ Zegt mevrouw. ‘Geen probleem!’ Ze is dankbaar, dat kan ik aan haar zien. Mevrouw is tevreden en ik zie een glimlach op haar gezicht. Dit doet mij goed. Het was niet aan mij om dit te regelen. Ik zag helaas geen andere optie. Ja, een paar dagen wachten…

Regels…

Ongeveer één week later krijg ik commentaar van de leidinggevende. ‘Ik heb gehoord dat je urine hebt weggebracht? Dit is niet de bedoeling Tommie…’ Ik was het zelf al bijna vergeten. ‘Ik had geen keuze…’ Zeg ik eerlijk en ik leg de situatie uit. ‘Als we dit voor iedereen gaan doen dan ziet het eruit..’ Ik knik met mijn hoofd en geef deze persoon gelijk. Discussiëren heeft geen zin, deze persoon heeft ook gelijk als we kijken naar de ‘regeltjes’.

Ik heb ervan geleerd. De volgende keer doe ik het anders.. Dan rapporteer ik het niet. Mevrouw had niemand. Wat had ik dan moeten doen?

Tommie Niessen
Verpleegkundige & Schrijver/blogger

Deel jouw verhaal!

Jouw verhaal op de website van Tommie in de Zorg? Dat kan!

Heb jij iets bijzonders meegemaakt tijdens je werk en wil je deze ervaring graag delen met anderen? Klik dan op de onderstaande knop om jouw verhaal in te sturen!

Verhaal insturen

Werken in de zorg is mooi en dat mogen we veel vaker laten zien.❤️