Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik drie was. Ik ben opgevoed door mijn moeder en stiefvader Johan. Sinds de scheiding is mijn biologische vader er nooit echt voor mij geweest; er waren wel periodes van contact maar een vader-zoonband was er niet. Ik heb het contact dit jaar verbroken. Als je je oprecht zorgen maakt dan ga je geen instanties benaderen maar dan zou ik, als vader, mijn zoon zelf ondersteunen.
Ik begon in 2017 met mijn blog ‘Tommie in de zorg’; gewoon stukjes schrijven op Facebook, daarna op mijn website. Ervoor schreef ik ook wel, gedichtjes en voor mezelf, maar die plaatste ik nooit. Mijn stukjes roepen bij mensen herkenbaarheid op, binnen en buiten de zorg. Ze krijgen daardoor een beter beeld van de zorg, en dat is ook mijn doel.
Voordat ik in 2011 met de opleiding verzorgende IG begon, had ik totaal geen realistisch beeld van de zorg, dacht dat het saai en alleen billen wassen was. Ik wist niet wat ik wilde, probeerde al van alles; ICT, marketing, blabla. Ik werkte als huishoudelijke hulp, kwam al bij veel oudere mensen thuis om te poetsen. Terwijl hun huizen echt niet vies waren. Sommigen poetsten zelf voordat ik kwam, om te kunnen kletsen of samen naar de supermarkt te gaan. Veel mensen zijn eenzaam, willen hun verhaal kwijt. Vooral de verhalen over vroeger vind ik leuk, daarmee leer je je eigen leven relativeren; wat hebben ze allemaal meegemaakt, wat ga ik nog meemaken in mijn leventje? Doordeweeks had ik mijn klantjes, in het weekend ging ik feesten met vrienden. Na een jaar besefte ik dat ik meer wilde, dat niet de rest van mijn leven wilde blijven doen. Natuurlijk was dat huishoudelijk werk al een deel zorg, maar het sociale aspect was belangrijker en leuker; ze vroegen me echt niet terug omdat ik zo goed kon poetsen.
Toen er een opleidingsplaats tot verzorgende IG was, adviseerde mijn moeder, zelf werkzaam in de zorg, me dat te gaan doen. En al na een paar weken had ik voor het eerst het gevoel dat ik op de juiste plek was. De eerste keer iemand wassen was wennen. Je komt zo dicht bij mensen. Maar ik besefte al snel; voor wie is dit erger – voor mij of voor degene die gewassen wordt? Ik leerde anders kijken, tijdens zorgmomenten gewoon fijn kletsen met mensen omdat we elkaar leerden kennen.
Tijdens de opleiding werkte ik in een verzorgingshuis en in de psychogeriatrie, kleinschalig wonen voor mensen met dementie. Daarna deed ik een jaar wijkzorg. Toen kwam er bij een opleidingsplaats verpleegkunde waarop ik solliciteerde. Ook daarvoor werkte ik in een verzorgingshuis, en later in een verpleegtechnisch team. Dat was hoog complexe en mooie zorg; niet meer wassen en aankleden maar dialyseren en complexe wondzorg bijvoorbeeld. Ik merkte wel dat ik minder tijd had voor een praatje. Intussen was ik zzp’er. Dat moet je aankunnen; je eigen zaken regelen, meerdere opdrachtgevers hebben, je administratie en facturen bijhouden. Maar de vrijheid vind ik dat zeker waard. Tijdens de eerste coronagolven, begin en eind 2020, werkte ik in een hospice. Ik denk dat er meer mensen zijn gestorven aan eenzaamheid en ‘waarvoor doe ik het nog’ dan aan corona zelf. Dat zie je aan de oversterfte. Mensen geven het leven op bij gebrek aan sociaal contact. Ik merk het ook aan mezelf, ik ben zwaar op de hand, somber soms.
Toen ik eind 2020 zelf corona kreeg, had ik net gesolliciteerd als docent Verpleegkunde. Ik moest wel een opleiding doen maar kon meteen voor de klas werken. Mijn (nu ex-) vriendin en ik hadden al twee kleine kindjes. Ik zag dat helemaal zitten; de combinatie van docent en werken in de zorg. Ik werd ook studie- loopbaanbegeleider toen er iemand uitviel. Ik zei ja; ‘ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk wel dat ik het kan’. Maar toen het reguliere lesprogramma weer begon, met het verplichte lesmateriaal, merkte ik dat ik het niet met alles eens was. Ik gaf er een eigen invulling aan. Ik wilde geen uur online lesgeven over handen wassen. Maar dat was nou eenmaal het programma en dat moest gedaan worden. In de zorg is veel bureaucratie, maar in het onderwijs kunnen ze er ook wat van…
Terwijl ik het druk had met school, de opleiding en mijn eigen bedrijf ging mijn relatie uit. Ik sliep twee uur per nacht, woonde tijdelijk bij mijn moeder. Leerlingen stapten naar de teamleider: ‘Het gaat niet zo goed met Tommie’. Ik voelde het zelf wel aan, maar kon niet toegeven. School was ook afleiding. In een gesprek op 14 juni met mijn leidinggevende vroeg ik: ‘Wanneer ben je ziek?’. Dat zette haar aan het denken. En aan het einde van de dag vertelde ze me dat ze me ging ziekmelden. Ik moest huilen en weet niet of dat uit een gevoel van falen was of uit een gevoel van rust.
Na de zomervakantie zou ik re-integreren waar ik was niet hersteld en er niet aan toe. Mijn dienstverband is nu afgelopen en daar ben ik blij mee; raar hé? Lesgeven is nog steeds geweldig, maar het systeem en alles eromheen… Een collega en goede vriend vroeg me: ‘Ben jij in staat te werken in een team waarin voor jou bepaald wordt wat je moet doen?’ Die vraag heb ik op mijn kast geplakt, elke dag bekeken en elke dag is het antwoord ‘nee’. Is dat midlifecrisis, op mijn dertigste? Ik heb laatst wel een brommer gekocht. Je kunt het maar vast gehad hebben.
Nu werk ik weer bij een zorgorganisatie maar ik wil er graag iets bij doen. Ik ben voor GroenLinks in de gemeenteraad van Helmond gekomen. Ik heb dit ook nog nooit gedaan maar ik denk dat ik het kan. Ik wil zo op een ander vlak iets voor de zorg betekenen. Wel lokaal; ik zou niet naar Den Haag willen.
Maar als ik minister van Gezondheidszorg was, zou ik alle geldstromen in de zorg goed onder de loep nemen; waar gaat al het geld naartoe, welke bestuurders verdienen nog steeds meer dan de Balkenende-norm? Daarvan zou ik meteen de salarisjes inkorten. Als je graag geld wilt verdienen, moet je ondernemer worden in de commerciële sector; top, doe je ding. Maar in de sociale sector kun je geen tonnen per jaar verdienen.
En er gaat te veel geld verloren aan allerlei potjes, aan falende apps, slechte bemiddelingsbureaus voor zzp’ers – er zijn ook goeie, zinloze projectjes en ‘imago’- campagnes die niets toevoegen. Maar salarisverhoging voor zorgmedewerkers? Ja, ja… Staken doen ze toch niet, daar ben ik ook geen voorstander van, ook niet van schreeuwen op het Malieveld. Dat is het arbeidsethos van een zorgverlener. Maar die moet wel vaker ‘nee’ durven zeggen en als team sterker staan en naar de manager stappen: ‘Zo gaan we het niet meer doen’. Geef zorgverleners gewoon wat meer vrijheid, in plaats van al dat geregistreer en gecontroleer; dan hebben ze meer tijd voor mevrouw Jansen en meneer Pietersen. Maak het hen makkelijker, ook met technologie. Waarom is de zorg niet meer als Defensie, een geheel in plaats van losse, concurrerende organisaties? De zorg is zo krachtig als je echt samenwerkt. Ik ging ook gewoon met bestuurders praten. Die zijn best benaderbaar, hoor. Ik ben geen negatieveling, er zijn verbeteringen gaande en mensen zijn welwillend om te veranderen. Maar je ziet de vergrijzing in de zorg, en dat mensen afhaken.
Ik blijf bezig met het platform Tommie in de zorg waar mensen hun verhalen over werken in de zorg insturen. Het gaat niet alleen om mij en mijn ervaring in de VVT-sector maar ook om welkome verhalen uit de psychiatrie en kinderverpleging. De zorg moet gewoon veel zichtbaarder zijn. Daarmee wil ik mensen in de zorg motiveren, de trots op hun werk laten zien maar ook mensen erbuiten een realistisch beeld geven.
Ik heb nu samen met compagnon Geert de Graef sinds 2019 een bedrijf, met ook de webwinkel Zustershop. Van onze verjaardagskalender verkochten we er in de eerste maand al duizenden exemplaren, van de Broeder. en Zuster. shirts ook meer dan 100 per week.
Broeder. en Zuster. zijn nu merkjes geworden binnen Tommie in de zorg. Natuurlijk verdienen we er wat mee maar de producten ondersteunen de boodschap van “trots op werken in de zorg”. Geert regelt alles achter de schermen. Door mijn drie boeken ben ik best bekend geworden en dan begint iedereen aan je te trekken. Geert helpt me daarbij. Er komen elke dag wel aanvragen voor mij als spreker, veel vragen van mensen die mij volgen en dat kan ik alleen gewoon niet meer bijhouden. Ik wil ook gewoon in de zorg kunnen werken.
Momenteel ben bezig met mijn vierde boek, over de afgelopen paar jaar tot nu, ook met wat ik persoonlijk meemaakte, van broeder in de wijk tot collega’s en cliënten die selfies met mij willen maken; die gekkigheid, denk ik soms. Maar het is ook mooi dat mensen enorm waarderen wat ik doe dus ik mag niet klagen. We zijn ook bezig met een site voor matchmaking, voor mensen die graag in de zorg willen werken, met of zonder diploma. Dat kan de toestroom van medewerkers stimuleren denk ik. En zo blijf ik bezig met mijn missie. De zorg op een positieve en realistische manier onder de aandacht brengen!
Tekst door: Marie-José Dekker | Foto’s: Freekje Groenemans | Bron: FRITS Magazine